Is er nog toekomst voor de Raskat


Een puur speculatieve beschouwing

Haast iedereen kent het verhaal van Rudyard Kipling van de kat, die heel alleen ging. Ik zal het begin hier nog eens citeren: "Hoor en luister, mijn bovenste beste, want dit geschiedde en begon, toen de Tamme dieren nog wild waren. De Hond was wild en het Paard was wild en het Schaap was wild en het Varken was wild zo wild als het maar wild zijn kon en zij wandelden in de Woeste Wilde Wouden in hun wilde eenzaamheid. Maar de wildste van alle wilde dieren was de Kat. Hij wandelde heel alleen en alle plaatsen waren hem gelijk.".....

Zoals bekend verteld Kipling in zijn verhaal, hoe een voor een de dieren bij de mensen komen en zich laten temmen. De kat, de slimste van allemaal komt als laatste en stelde haar eigen voorwaarden. Het verhaal is een mooi sprookje, een dat men rustig nog eens weer kan lezen, maar het is ook niet meer dan een sprookje. De werkelijkheid ziet er helaas een beetje anders uit. De wilde dieren zijn heel zeker niet bij de mensen gekomen om zich te laten temmen, zo gek waren zij niet. Het was de overmacht van de mens, die in de loop van de evolutie tot een wezen was uitgegroeid, dat zonder mededogen de dieren aan zich wist te onderwerpen, de mens, die zich zelf tot heerser over alle leven opwierp zonder de natuurwetten te respecteren.
Dat is een verhaal op zich. Een verhaal zou altijd bij het begin moeten beginnen. Toch laten wij het allereerste deel weg. Wij beginnen in de tijd, waarin de dinosaurussen (ons allen weer tot bewustzijn gebracht door een fictionfilm van Steven Spielberg) het aardse veld moesten ruimen. Over het waarom strijden de geleerden, maar de meest waarschijnlijke theorie lijkt die te zijn, dat een reusachtige meteoor dit uitsterven veroorzaakte. Daarna was er niet veel meer over, slechts zeer kleine dieren hadden de ramp overleefd en stonden nu voor de taak met het nog voorhanden zijnde genenmateriaal de weg te bereiden voor de dag van nu en nog hoeveel? verder. De dieren die de ramp het best overleefden waren de kleine zoogdieren en natuurlijk de insekten. ("natuurlijk", schreef ik, omdat insekten zeer vitaal zijn en in vergelijking tot andere dieren een grotere overlevingskans bij rampen hebben). Wat lag meer voor de hand, dan dat de in overvloed aanwezige kleine dieren als voedsel zouden dienen voor andere dieren? Er was plaats ontstaan voor nieuwe levensvormen en zo werden de "niches", die eerst door de dinosaurussen waren bezet, nu veroverd door diersoorten, die vlees en botten stuk konden bijten en die lange schedels hadden met sterke gebitten en verscheurende snijtanden. De eerste roofdieren hadden hun intrede in deze wereld gedaan. Tot de succesvolste onder de nieuwe wereldbewoners behoorden de sluipkatten, die toen nog alleseters waren, geen pure vleeseters. Deze voorlopers van de tegenwoordige feliden hebben zich gedurende miljoenen jaren in stand weten te houden. Zij behoren tot de meest succesvolle onder de roofdieren. Zij leefden en leven nog in de bomen, een erfenis uit de tijd, waar het leven op de grond nog te gevaarlijk voor hen was. Alles spreekt ervoor, dat zij ook verder kunnen bestaan, als de mens hen niet van hun natuurlijke omgeving beroofd. De huidige roofdieren zijn alle het resultaat van 65 miljoen jaren ontwikkeling. Roofdieren staan helemaal bovenaan de voedselketting. In principe zijn zij de survivors bij uitstek. Het is de mens, die hun heerschappij heeft doorbroken. De oerouders van de roofdieren werden Miaciden genoemd en ook zij waren zeker geen pure vleeseters. De vele bossen droegen een overvloed aan vruchten en voedzame planten. Deze paradijselijke toestand hield aan tot aan de grote klimaatcatastrofe. Nee, niet die, die wij tegenwoordig vrezen, die wij hopen te verhinderen door linnen boodschappentassen te gebruiken in plaats van plastic en die ons noopt de batterijen uit de zaklantarens naar de bus voor chemisch afval te brengen. Nee, het was de grote klimaatcatastrofe van ca 25 miljoen jaar geleden. Opeens sloegen de universele stoppen door, de aarde werd ongewoon warm.

Voorbeeld:


de gemiddelde temperatuur in Europa in die tijd werd ca 18 graden, in het Mioceen was zij tussen de 14 en 16 graden geweest. Onze huidige gemiddelde temperatuur in Europa is (nog?) circa 9 graden.
De aarde veranderde. Waar eens sappige bossen hadden gestaan was nu kale steppe, waar moeizaam gras over begon te groeien. Weer begonnen de "onsterfelijke" genen te werken en aan de fantasie van de evolutie leken geen grenzen te zijn gezet. Grote kudden weidedieren trokken een paar eeuwen later over de steppen, liepen te grazen en waren tegelijk prooi en voedsel voor de nieuwe generatie predatoren, waaronder de grote roofkatten, die lenigheid, kracht, geduld, list en intelligentie meebrachten. Zij hadden alle voorwaarden om "de kroon der schepping" te worden, prachtige heersers in de natuur, aangepast aan de omstandigheden, waarin zij leefden.
Temidden van de vele andere roofdieren, die zich tegelijk met hen ontwikkeld hadden, waren zij de edelste en de meest intelligente. Daarmee eindigt het sprookje, dat waar gebeurd is. Het eindigt definitief met "onze tijd", die circa 5.000.000 jaren geleden begonnen is. Een heel korte periode in de geschiedenis van de wereld.
Dat 5 miljoen jaar een zo lange tijd lijkt voor onze begrippen, komt omdat onze hersenen zo onvolkomen zijn. Onze verstand, waarop wij zo trots zijn, is namelijk niet in staat de ware tijdsbestekken van het universele gebeuren te begrijpen. Niemand, ook niet de slimste geleerde van onze planeet is in staat zich bijvoorbeeld een miljoen echt voor te stellen. Wij redden ons met cijfers met vele nullen, rekenen met lichtjaren als wij afstanden bedoelen, maar wij begrijpen niet echt waarover wij spreken. Wij zouden in een mensenleven niet eens in staat zijn om tot een miljoen te tellen, ook al waren wij dag en nacht in de weer.
Kort geleden dus, voor circa 5 miljoenen jaren, maakte de evolutie haar grootste fout. Zij liet een paar apen uit de bomen komen, hun territorium naar de grond verleggen en ontwikkelde hun hersenen tot gevaarlijke werktuigen. Met die werktuigen doorbrak de nieuwe generatie hoog ontwikkelde apen, mens genoemd, haar natuurlijke grenzen.
De mensapen hadden de eerste stap op de weg van de menswording gedaan. Wij leren op school en later, dat wij trots behoren te zijn op onze ontwikkeling. De eerste mensen leerden niet slechts werktuigen te maken maar ook wapens. De wapens (de eerste pijlen b.v.) gebruikten zij vooralsnog voor de voedselvoorziening. Zij gebruikten de wapens nog niet tegen elkaar, maar slechts om dieren te doden, die zij wilden eten. Hoe flink was het toch, vinden wij, dat de mensen gereedschappen uitvonden? Eerst een paar stenen bijlen, daarna de eerste ploeg, om graan te kunnen verbouwen!
Niemand leert op school, dat daarmee eigenlijk het begin van het einde was geprogrammeerd. Want de mens, die niet meer van de natuurlijk groeiende "vruchten des velds" wilde leven, maar akkerbouw bedreef, greep in de wetten van de natuur in. Akkerbouw is monocultuur en monocultuur is roofbouw, zo eenvoudig is dat. Zo en niet anders zag de eerste zonde eruit, een zonde tegen de miljoenen jaren oude wetten van deze planeet. Maar er was zoveel van alles en de mens kon alles gebruiken.
Niet de engel met het gloeiende zwaard, de mens zelf had zich uit het paradijs verdreven, waar hij genieten kon van alles wat de natuur hem bood. Hij moet er wel diep in zijn binnenste een slecht gevoel bij hebben gehad, waarom anders zou hij al die mythen hebben willen bedenken waarin hij goden schiep, die hem de wereld toevertrouwden? Want de vele verschillende geloofsstellingen en ideologieen op deze aarde hebben, zo verschillend zij ook zijn, een ding gemeen: zij geven de mens het recht "de aarde te beheersen".
Jammer, dat het zo lang duurt, tot de mens werkelijk zelfstandig leert te denken, niet meer zo programmeerbaar is, anders zouden hem al eerder dan "5 minuten voor 12" (of is het al later?), twijfels zijn gekomen, over de wijze waarop hij zijn stempel op alle leven heeft gedrukt. In feite was de mens een hondsberoerde beheerder, die vol eigendunk misbruik maakte van de bestaande reserves. Pas nu begint de mensheid dat in te zien en reageert, deels geagiteerd, deels door de kop in het steeds droger wordende zand te steken. De tweede zondeval volgde gauw: hij heette bezitsvorming. Tot nu toe was alle land en alle water van allen geweest.
Wel waren er territoriale gevechten van bepaalde groepen onderling, maar de soorten overlapten elkaar. Iedereen had in feite iedereen nodig, de grote symbiose van planten en dieren was de basis van het leven. De mens doorbrak deze samenhangen en vond de omheining van "zijn erf" uit. Daarmee werden de dieren, die de mens niet "gebruiken" kon, uit de menselijke territoria verdreven. Dat was de tweede ingreep in de wetten van de natuur op aarde. Men kan ten slotte nu vragen; "Heeft dat alles wel iets met onze huisdieren, onze kat te doen?" Het heeft er mee te doen en ik zal uitleggen, hoezo.

Onze huisdieren


Wij zijn nu bij onze overpeinzing op het punt aangekomen, waar de mens zich die dieren "onderdaan" maakte, die hij gebruiken kon. Geholpen door zijn vaardigheden, die hem als het ware door verandering in zijn genen, die vooral zijn hersenen een tot nu toe ongekende omvang hadden gegeven, waren toe gevlogen, werd hij de heerser, nee, de tiran van alles wat op aarde leeft. Zijn fantasie gaf hem de mogelijkheid om er niet slechts het recht, maar ook een (uit zijn wensdromen ontsproten, maar tot dogma verheven) "van boven" opgelegde taak van te maken.
Zijn voorrangstelling op aarde was veilig, de dieren waren er voor hem en voor niemand anders. Ook dat had de mens bedacht. Hier komen eindelijk het paard, de hond en de andere dieren van Kipling te pas. Van de hond wil ik nog geloven, dat hij zich min of meer vrijwillig in zijn rol als begeleider van de mens schikte, maar de rest van de dieren moest in hun rol gedwongen worden. Men hoeft maar te zien, hoe een paard getemd wordt, om dat te begrijpen. De volgende stap waren de "consumptiedieren". Waarom zouden wij met veel moeite in de bossen op jacht gaan, als wij het vlees ook thuis kunnen "produceren"? Het varken, het rund, de geit, het schaap en ook, in sommige streken, de kameel, vele soorten gevogelte, zij allen werden in de loop van de tijd van hun natuurlijk bestaan beroofd en binnen de grenzen van de door de mensen geannexeerde ruimte gevangen gehouden, gefokt en gemanipuleerd.

En de kat? Het dier dat ons het meeste interesseert, waar was dat intussen? Wel, de wilde katten leefden vooralsnog in die stukken wilde natuur, die nog voldoende over waren. De grote wilde katten had de mens weliswaar tot zijn vijand verklaard, zij waren immers sterker dan hij, maar ook dat was geen gevaar voor hen geweest, ware het niet, dat het bezitsdenken van de mens meer bizarre vormen had aangenomen. Niet slechts de plantaardige en dierlijke voedselbronnen moesten door de mens beheerst worden, ook de schoonheid van de wilde dieren moest door hem veroverd worden.
Over het uitsterven van de diersoorten zijn vele dikke boeken geschreven, enkele daarvan heb ik in mijn boekenkast staan. Deze zwarte pagina van de mensheidsgeschiedenis kan hier niet in het geheel besproken worden. Laten wij bij de katachtigen blijven. De mens ging weer op jacht. Nu niet meer om het eetbare te veroveren, maar het mooie, sterke, datgene, dat hem ver in de schaduw van de schepping stelde, waar hij in zijn diepste hart jaloers op was. De mooiste, wilde dieren waren zijn prooi. Hun vachten, huiden, tanden werden statussymbolen. Rijke vorsten en rijke handelslieden hielden wilde dieren, zoals vrouwen juwelen dragen. Om ermee te pronken, maar niet alleen dat. Zij moesten ook hun macht over de dieren bewijzen, door ze te "temmen" of erger nog, om hen te misbruiken voor hun machtswellust. Dat is een oud gebruik bij de mensen.
De Romeinse Keizer Augustus (6314 voor onze tijdrekening) bezat 420 tijgers, 260 leeuwen, 600 panters en jachtluipaarden en bovendien nog vele andere roofdieren. Tegenwoordig zou zeggen als statussymbool. Bij de feesten, die deze vorst organiseerde, kwamen bij 26 van zulke gelegenheden circa 3500 Afrikaanse dieren om. Keizer Nero (3768 na onze tijdrekening), ons allen bekend, liet in de arena soldaten en slaven tegen leeuwen en beren vechten.
Reeds ten tijde van de primitieve wapens, zo bericht Peter Verhey in "Homo Tyrannicus" werden complete bestanden van wilde dieren uitgeroeid. De Assyriers wisten de leeuw in hun land uit te roeien, de Grieken zetten een einde aan het bestaan van de Griekse leeuw. In het "oude" Egypte (door ons katten liefhebbers zo graag met lof overgoten, vanwege de "heilige" katten), nam de jacht de vorm aan van een ritueel en spektakel.
Hele troepen van wilde dieren werden in netten gedreven en in een bloeddorstige orgie vermoord. Maar de Romeinen (de grondleggers van onze beschaving!) waren nog de "beste" dierenmoordenaars. Hun feesten de "venationes", vertoonden gevechten van mens tegen dier, dier tegen dier en mens tegen mens. Het meest populair waren de "exotische" dieren, leeuwen uit Syrie, Libie, Mesopotamie of Arabie, luipaarden, lynxen, beren, struisvogels en apen werden in enorme getallen afgeslacht.
Om maar een voorbeeld te noemen: Tijdens het 120 dagen lang durende feest van de "Dacische overwinning" van Trajanus (53117) kwamen 11.000 dieren om het leven. Zo kan men nog even doorgaan. Maar het waren, in de loop van de tijd, ook de min of meer gewone mensen, de jagers op groot wild, de kolonisten in Afrika en India, die met hun trofeeën op hun wijze eer hoopten te behalen. Het bestand van de wilde katten begon te slinken. Heden ten dage zijn reeds vele ondersoorten van de tijgers, waaronder de prachtige Bengaalse tijger, uitgestorven of staan vlak voor het uitsterven.

Een voorbeeld uit onze (verlichtte) tijd

Op 26.5.95 meldde het ANP, dat de Tijger op Java vermoedelijk is uitgestorven. Tijdens de laatste onderzoekingen in de dierenreservaten op Java heeft men geen enkel spoor meer van tijgers kunnen ontdekken. Dat rapporteerde de chef van het nationale park Sudarmaji. Men heeft zelfs geen enkel voetspoor van tijgers meer kunnen vinden. Enkele jaren geleden had men nog een bestand van circa 50 tijgers geteld. In de jaren veertig hadden er nog duizenden exemplaren van de Javaanse tijger op Java geleefd. Drie andere van de acht subspecies van de Aziatische tijger zijn reeds eerder uitgeroeid. Het verlies, dat de mensheid aan de wereld heeft toegebracht is onherroepelijk.
De gevlekte katten van de panter tot aan de kleine wilde katten, zoals de Ocelot en de Bengaalse kat zullen niet te redden zijn, ook al zal de een of andere dierentuin een poging daartoe doen.
De dag is niet ver, dat onze huiskatten de enige overlevenden zullen zijn van de grote katten familie, die de evolutie als het ware had laten opbloeien. Dat legt een ongelofelijk grote verantwoording op de schouders van diegene, die bewust katten fokken.
Zijn wij nu eindelijk bij het thema: de toekomst van onze katten? Helaas nog niet. Er moet nog het een of ander bedacht worden, voorwaarden bekeken, de situatie van alle leven op aarde moet onder de loep genomen worden. Niets wordt duidelijk, dat uit de grote samenhang van het leven zelf wordt gehaald. Het lot van onze katten is nauw verweven met dat van ons. Laten wij in een volgend artikel trachten een beetje inzicht te verkrijgen in de samenhangen van ons leven, van het leven van onze katten en alles wat (nog) leeft op onze aarde.

PERSBERICHT
DOMESTICATIE KAT 3000 JAAR EERDER



Mimy Sluiter, medewerker Kattenmanieren, Bussum tel/fax: 035-6920501

Tot op heden werd aangenomen dat de huiskat pas rond zo'n 4000 jaar voor Christus als huisdier gedomesticeerd raakte in het oude Egypte en vanuit daaruit zich verspreidde over de rest van de wereld.
Archeoloog Jeannette Boertien te Leiden publiceert vandaag in het maandblad "Kattenmanieren" de voorlopige resultaten van een onderzoek naar de allervroegste huiskatten, waaraan zij later nog een gekoppelde wetenschappelijke publicatie zal wijden.
Hieruit blijkt dat de kat als huisdier al 3000 jaar eerder voorkomt, dus vanaf zo'n 7000 voor Christus, in het Jordaandal in de Levantijnse Corridor te Jordani.

Dit gebied was de eerste landstreek waar de mens zich als landbouwer vestigde. Deze allereerste boerensamenleving kende nog geen aardewerk en men maakte kommen, schalen en borden van steen. Onderzoek ter plekke en in vakliteratuur naar sporen van katten, met behulp van vergelijkend botonderzoek, een gevonden afbeelding van een kleibeeldje en een lijst van meegenomen dieren tijdens een verhuizing naar Cyprus leverde voldoende bewijs op voor het feit dat de kat als huisdier al voorkwam in deze prehistorische vroege Steentijd. Vanuit dit gebied, waar Boertien opgravingen doet, is de mens zich later gaan verspreiden naar gebieden in Noord Afrika, Europa en Azi en nam dan ook dan zijn huisdieren mee.

"Mijn belangstelling voor katten begon door mijn eigen katten", aldus Boertien. "Zelf heb ik al jaren raskatten als huisdier en als archeoloog, bezig met opgravingen in Jordanie, zag ik dat daar ook katten in het nabijgelegen dorp waren.
Een vriendin van mij, die werkt voor het maandblad "Kattenmanieren" vroeg mij of ik naast mijn reguliere promotie-onderzoek ook eens wilde gaan speuren naar mogelijk vroege huiskatten daar. Juist omdat ik werk in het gebied waar de allereerste mensen gingen landbouwen en dit zou domesticatie mogelijk kunnen maken." Die aanvankelijke vraag voor een artikel leidde niet enkel tot deze bevindingen, maar ook tot mogelijk vervolg: "Ik blijf hier naast mijn promotie onderzoek nog wel even mee bezig", vertelt Boertien.
"Volgende week vertrek ik weer voor opgravingen naar Jordani en wil dan ook verder speuren naar de links tussen deze eerste katten en de huidige, daar nog steeds bestaande populatie huiskatten." Jeannette Boertien hoopt dan meer gegevens te vinden die tot een vervolg artikel kunnen leiden.

Ook op de Universiteit van Leiden bleek de belangstelling groot.
De eerste verzoeken om aan studenten en studieverenigingen lezingen te houden over haar bevindingen zijn reeds binnen. "Het is ook niet zo maar iets, vind ik - domesticatie van huisdieren is een fascinerend deel van de culturele revolutie van de mens en het kunnen plaatsen van de kat in het verhaal zo'n 3000 jaar eerder dan bij de graanschuren in Egypte naar die allereerste prehistorische boerensamenlevingen in Jordani geeft weer een stuk extra beeld van hoe mensen samenleefden en zich ontwikkelden."

Terug/Back
Klik voor terug naar mainpage.......