BLOEDGROEPEN BIJ DE KAT



- Voorkomen

Bij de mens is het bestaan van verschillende bloedgroepen al lang bekend.

Bloedgroepen zijn erfelijke eigenschappen van de rode bloedlichaampjes. Er worden bij de mens 4 bloedgroepen onderscheiden, te weten A, B, AB en O. Bij de kat is het bloedgroepen-systeem vrij recent opgeheldert.

De 2 belangrijkste bloedgroepen zijn A en B. Het blijkt dat type A volledig dominant is over type B.

Daarnaast hebben type-A katten weinig natuurlijke afweerstoffen tegen bloedgroep B. Opvallend is daarentegen dat type-B katten zeer veel natuurlijke afweerstoffen hebben tegen bloedgroep A.

 

- Gevolgen

Het gevaar zit in het contact van type A met type B bloed. Dit contact kan optreden bij bloedtransfusies, maar veel vaker gebeurt dit bij de geboorte van een nest kittens.

Omdat type A dominant is over type B, zullen, bij een type B poes gekruist met type A kater, type A kittens geboren worden. Een type B poes heeft van nature veel afweerstoffen tegen bloedgroep A.

Als het nestje geboren wordt, krijgen de kittens zeer waardevolle melk (biest of colostrum) binnen. Deze melk bevat veel afweerstoffen om de kittens in hun eerste levensfase een goede afweer te geven. Maar paradoxaal genoeg zitten er ook afweerstoffen in gericht tegen de rode bloedcellen van deze kittens.

 

- Symptomen

De rode bloedcellen worden massaal afgebroken; dit geeft een vergiftiging van het lichaam. Al het vrijkomende hemoglobine is giftig voor de lever, nieren en hersenen. De kittens kunnen een dag na de geboorte symptoomloos sterven. Anderen worden zwak, krijgen geelzucht, worden bleek, hebben geen zin om te drinken, of krijgen krampen.

De urine kan roodbruin verkleuren. Sommige katten worden alleen wat geel.

- Therapie

Een echt gerichte therapie is er niet. Bij de eerste verschijnselen moet men de kittens direct weghalen bij de poes en gedurende 48-72 uur met de hand voeden. Na die tijd is de darmwand van de kittens niet meer passabel voor de gevaarlijke afweerstoffen, en kunnen ze weer aangelegd worden bij de moederpoes.

Bij ernstige bloedarmoede kan men evt. een bloedtransfusie overwegen; dan wel met de juiste bloedgroep.

Deze ziekte wordt feline neonatale isoerythrolysis (FNI) genoemd, ook bekend onder de naam "fading kitten syndrome".

Ook bij bloedtransfusies kunnen soortgelijke symptomen optreden.

 

 

- Onderzoek

Met name voor fokkers is het van belang te weten welke bloedgroepen hun poezen resp. katers hebben.

Uit recent onderzoek in Amerika, Engeland en Duitsland is gebleken dat er bij verschillende rassen een verhoogd percentage type B voorkomt, en zo een verhoogde kans op FNI en bloedtransfusie-reacties.

* Bij de Britse korthaar, de Devon-rex en de Cornish-rex blijkt 20-50 % van de gevallen type B voor te komen.

* Bij de Abbesijn, de Heilige Birmaan, de Pers, de Somali, Scottish fold, Hapanse bobtail, Noorse Boskat en de Sphinx constateerde men 5-20 % van het B-type.

* De rassen waarbij men het minste type B heeft aangetroffen

(0-5 %), waren de Amerikaanse korthaar, de Maine Coon, Blauwe Rus, de Burmees, de Tonkinees, de Siamees en de Oosterse korthaar.

 

- Nederland ?

Hoe de verdeling is binnen de Nederlandse raskat-populaties is tot op heden niet bekend. Mogelijk dat toekomstig onderzoek hierin meer duidelijkheid kan verschaffen.

Mochten fokkers bovenstaande problemen ondervinden, dan is het raadzaam om een bloedgroep-typering te laten uitvoeren van de ouder-dieren, teneinde verdere problemen te voorkomen.

Bij soortgelijke symptomen als bovenstaand kan men ook de urine van de kittens laten onderzoeken.

Het is zeer frustrerend om het zo gewenste nestje op deze wijze te moeten verliezen.

Door middel van testen zouden deze problemen voorkomen kunnen worden.

Dit zou dan een bijdrage kunnen leveren aan het (nog) meer verantwoord fokken van raskatten.

 

BACK/HOME
Terug naar medisch